Interview

Het familiebedrijf dat nooit anders heeft gedaan dan ‘groen’ ondernemen

Het heeft iets tegenstrijdigs. Een hoveniersbedrijf met een hoofdkantoor in de minst groene gemeente van Nederland. Hij zegt het niet met zoveel woorden, maar voor Menno Weverling is het een extra motivatie om groen nóg meer op de kaart te krijgen. Al moet de directeur van Weverling Groenproviders weleens op zijn tong bijten.

‘Over het algemeen gaat het mij te langzaam en dan heb ik het over meer bewustwording van klimaatadaptatie en ook daadkracht om te vergroenen, al geldt dat zeker ook buiten Westland.’

Natuurlijk, het is z’n dagelijkse business als directeur van een groenbedrijf met vier vestigingen in Zuid-Holland. Maar ook als inwoner mag het gehalte aan natuur in de gebouwde omgeving wel wat omhoog. Ziet hij een veranderende trend bij opdrachtgevers? Eerlijk antwoord: ‘Dat is wisselend. Je merkt wel dat opdrachtgevers het steeds belangrijker vinden. Maar ik krijg er vaak niet goed de vinger achter of ze het doen omdat er nou eenmaal maatschappelijke druk is. Aan de andere kant: een opdrachtgever als een woningcorporatie stuurt vooral op bewoonbaarheid en leefbaarheid. Op schoon, heel en veilig. En dat heeft ook direct met duurzaamheid te maken, met iets toekomstbestendig uitvoeren. Hetzelfde geldt voor een projectontwikkelaar. Ook voor hen moet het toekomstbestendig zijn. Het is niet zo dat de meeste dingen haaks op duurzaamheid staan.’

Menno is samen met zijn broer Niels de derde generatie in het familiebedrijf. Met 120 medewerkers een van de grotere hoveniers in Zuid-Holland. Duurzaam was Weverling altijd al. Het bedrijf staat op de hoogste trede van de CO2-prestatieladder. Gereedschap is bijna allemaal elektrisch en het wagenpark in toenemende mate. Via een eigen sociale onderneming komen mensen met die een steuntje in de rug nodig hebben aan een baan.

‘Doe maar een border bij de entree
met wat leuke planten’

Sparringpartner bij nieuwbouwprojecten

In het verleden schoof een partij als Weverling pas aan als de laatste bouwvakker op een nieuwbouwproject z’n spullen had gepakt. Nu is een groenvoorziener in een eerdere fase een volwaardige gesprekspartner. ‘Dan ben je bij een groot project nog in de gelegenheid om na te denken over wat je bijvoorbeeld met hemelwater doet. Of je dat niet kunt opvangen en met een beregeningsinstallatie planten ermee water gaat geven, in plaats van met drinkwater. Die installatie kun je dan meenemen in de planvorming. Ik kom ook nog weleens verkeerde zuinigheid tegen. Dan heb je mooie bomen geplant maar is er geen gelegenheid om water te geven.’ 

‘Het gaat te langzaam’

Vooruitgang is er zeker. Bijvoorbeeld op het gebied van biodiversiteit. ‘Een opdrachtgever die vraagt om beplanting die goed is voor bijen, vlinders en insecten. Parkeerterreinen worden steeds meer met open verharding zoals grasbetontegels aangelegd. Een opdrachtgever zegt ook vaak: doe maar een border bij de entree met wat leuke planten. Maar het gaat mij nog te langzaam. Er mag wel meer daadkracht komen om te vergroenen.’ 

Minst groene gemeenten

Zeker in het Westland, waar Weverling Groenproviders in Monster het hoofdkantoor heeft. ‘We staan bovenaan de lijst van minst groene gemeenten. Dat vind ik weleens jammer. Westlanders zijn trots op deze streek. Maar een buitenstaander vindt die kassen vaak niet echt mooi. Een groenstrook, tiny forest of bloemrijke berm kun je al aanleggen zonder dat het enorm veel ruimte kost. We hebben hier nog niet de problematiek van de grote stad. Maar die gaat wel komen, want het Westland wordt steeds meer volgebouwd. Vergroenen is een prettige en duurzame oplossing om klimaatbestendiger te worden, er is dus werk te doen.’

weverling.nl